Grondslagen begroting

Grondslagen begroting

Dit hoofdstuk bevat de grondslagen en kaders waarlangs de begroting 2020-2023 is uitgewerkt. Hierbij gaat het onder meer om de te hanteren indexpercentages, prognoses over woningbouwontwikkeling en belastingen en tarieven.

Omschrijving

Grondslag

Lonen (incl. sociale lasten)

3,4% ten opzichte van de begroting 2019

Prijzen

1,5% ten opzichte van de begroting 2019

Subsidies

1,4% ten opzichte van de begroting 2019

Onroerende zaakbelasting

1,5% ten opzichte van de begroting 2019

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting

1,5% ten opzichte van de begroting 2019

Parkeerbelasting / naheffingsaanslagen parkeerbelasting

1,8% ten opzichte van de begroting 2019 / € 58,-

Toeristenbelasting

0% ten opzichte van de begroting 2019

Overige belastingen

1,5% ten opzichte van de begroting 2019

Leges en Tarieven

Kostendekkend

Rekenrente

2,0%

Algemene uitkering

Meicirculaire 2019

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

Woningen

69.029

69.757

70.487

71.217

Inwoners

157.151

158.611

160.071

161.531

 

Lonen, prijzen en subsidies

De VNG , FNV Overheid, CNV Overheid en CMHF hebben op 28 juni 2019 een principeakkoord voor de cao Gemeenten gesloten. Op 12 september 2019 volgt een definitief akkoord. De nieuwe cao loopt van 1 januari 2019 tot 1 januari 2021. Op basis van dit akkoord zijn de lonen doorgerekend. Voor 2020 betekent dit een verhoging van 3,4% ten opzichten van de begroting 2019.

Uitgangspunt voor de prijscompensatie is de prijs netto materiële overheidsconsumptie uit het Centraal Economisch Plan 2019. Deze is voor 2020 1,5%. Aangezien er nog een taakstelling op inkoop in de begroting verwerkt moest worden zijn de budgetten uiteindelijk met een prijsindex van 1,4% geïndexeerd.

De verhoging van de subsidies is een afgeleide van de loonstijging en de prijsstijging. Hierbij telt de loonstijging voor 70% en de prijsstijging voor 30% mee. Voor 2020 zou dit een stijging betekenen van 2,8% ten opzichte van de begroting 2019. In het kader van de bezuinigingen is echter besloten deze compensatie niet structureel toe te kennen (vanaf 2021) en voor 2020 een éénmalige compensatie te geven van 1,4%.

Belastingen

De tarieven parkeerbelasting worden op € 0,05 afgerond. Het gemiddelde van de indexatie bedraagt hierdoor 1,8%. Naheffingen worden niet hoger dan kostendekkend en afgerond op hele euro’s. De naheffing wordt zodoende op € 58,- vastgesteld, een verlaging van € 1,- ten opzichte van 2019.

De toeristenbelasting wordt in 2020 niet verhoogd en blijft op het tarief van € 7,- per persoon per nacht.

Voor de onroerendezaakbelasting (OZB) en overige belastingen worden de opbrengsten verhoogd met de prijs netto materiële overheidsconsumptie uit de CEP-raming 2019 van het Centraal Plan Bureau. Dat is voor 2020 1,5%.

Leges en tarieven

Voor leges en tarieven geldt als uitgangspunt 100% kostendekkendheid, tenzij andere afspraken zijn gemaakt.

Rekenrente

De rekenrente is 2,0%. Hiermee wordt de rekenrente 0,3% lager vastgesteld dan bij de begroting 2019, maar blijft deze binnen de marges die het rijk via de BBV-regelgeving voorschrijft. De lagere rente is het gevolg van de aanhoudend lagere rente op de geld- en kapitaalmarkt.

 

Ontwikkeling inwoners en woningen

De ontwikkeling van het aantal inwoners en woningen zijn belangrijke parameters in de verdeling van de algemene uitkering en dus ook voor het aandeel van de gemeente Zaanstad. Deze cijfers zijn daarnaast het uitgangspunt bij de berekening van de algemene uitkering, opbrengst onroerendezaakbelastingen en opbrengsten bouwleges.

ga terug